Als we callopties kopen dan doen we dat omdat we verwachten dat een aandeel gaat stijgen. Het recht om die aandelen te kopen voor een vaste prijs wordt natuurlijk meer waard als die aandelen gaan stijgen. De eigenaar van de calloptie maakt dan winst.
Met de putoptie is het precies andersom. Omdat de putoptie je het recht geeft om aandelen te verkopen voor een vaste prijs gedurende de looptijd van de optie wordt deze meer waard als het aandeel gaat dalen.
Uit ervaring weet ik dat het voor beleggers gewoon moeilijker is om de putoptie te begrijpen dan zijn zusje de calloptie. Bij beleggen associeer je nu eenmaal stijgende koersen en als die dalen dan maak je verlies. Welnu, door de introductie van de putoptie hoeft dat dus niet meer.
Als we naar ons vaste voorbeeld de Philips januari 30 kijken dan wordt deze putoptie meer waard als Philips daalt. De Philips januari 30 puopties is € 5 waard als het aandeel Philips op € 25 staat. Met deze putoptie heb je immers het recht om de aandelen te verkopen tegen € 30 je ze op de beurs kan kopen voor € 25.
De putoptie koop je dus als je verwacht dat een aandeel gaat dalen. De callopties koop je juist als je denkt dat het aandeel gaat stijgen.
Toen ik net met opties begon en ik ook het verschil tussen de call en de putopties mij nog helemaal eigen moest maken maakt ik vaak lijstjes voor mezelf. Een invullijstje met de waarde van een optie (de intrinsieke waarde) als een aandeel op een bepaalde koers staat (zie voorbeeld).
We laten hiermee de basistheorie achter ons en vanaf nu gaan we kijken wat we nu eigenlijk met opties kunnen doen. Elke keer als je weer even twijfelt over de begrippen dan kan je altijd teruggaan naar de encyclopedie waar ik deze publicaties heb opgeslagen.